8. SONNET ZONDER RIJM (vanuit de cyclus “Geen krans van sonnets”)
Wij spreken niet dezelfde taal.
Je raakt in woede als een klein paardje,
Ik sta in ’t hoge gras voor een waslijn
En kan sonnet er niet ophangen.
Hij valt ter aarde en ik vang hem.
Laat we elkaar aannemen in genade,
eenvoudige knop samen ontwarren
om andere te leggen, maar alleen
om elkaar niet te krenken?
Niet stoten hand of been, of – keel
elkaar doorsnijden, eindelijk! Mijn God,
laat iedereen, die vliegt, die aan het vliegen is,
die vliegt in deze lucht precies – laat hem! –
fijn verder vliegen, zoveel hij maar kan.
8. СОНЕТ БЕЗ РИФМ ( Из цикла «Невенок сонетов»)
Мы говорим на разных языках.
Ты бесишься, как маленькая лошадь,
а я стою в траве перед верёвкой
и не могу развесить мой сонет.
Он падает, а я его ловлю.
Давай простим друг друга для начала,
развяжем этот узел немудрёный
и свяжем новый, на другой манер.
Но так, чтобы друг друга не задеть,
не потревожить руку или ногу.
Не перерезать глотку, наконец.
Чтоб каждый, кто летает и летит,
по воздуху вот этому летая,
летел бы дальше, сколько ему влезет.